Btw sport

Mag je 9% btw rekenen voor je sportlessen of verhuur van een sporthal, of geldt 21% en soms zelfs een vrijstelling? Veel sportaanbieders, van yogastudio tot padelcentrum en van surfcoach tot dansschool, lopen hier tegenaan. In deze gids vertel ik je precies wanneer het verlaagde tarief van toepassing is, wanneer je uitkomt op 21% en wanneer een vrijstelling speelt. Je krijgt heldere voorbeelden, recente jurisprudentie over outdooractiviteiten en praktische tips voor je administratie, zodat je zonder gedoe de juiste btw toepast.

Wat valt onder Btw sport: de kern

Voor de btw draait het om actief sporten door mensen. Dat betekent een fysieke inspanning gericht op conditie, prestatie of welzijn. Activiteiten met slechts een te verwaarlozen lichamelijke component vallen er niet onder. Denksporten zoals schaken of bridge zijn dus geen sport voor de btw, net als ontspanningsdiensten zonder sportdoel.

Belangrijk onderscheid: het 9% tarief geldt meestal voor het geven van gelegenheid tot sportbeoefening. Dat is meer dan passieve verhuur. Je biedt dan een sportaccommodatie en bijbehorende faciliteiten aan, vaak als samengestelde dienst. Passieve verhuur van onroerend goed is in beginsel vrijgesteld van btw, maar dat is iets anders dan het actief ter beschikking stellen voor sport.

Actief sporten: voorbeelden 9% versus 21%

In mijn praktijk als btw-adviseur zie ik dat de nuance in de activiteit het verschil maakt. Tai chi en dynamische vormen van yoga die gericht zijn op het opbouwen van conditie, tellen als actief sporten. Yogavormen die primair ontspanning of meditatie bieden, vallen doorgaans onder 21%. Ook trainingen en wedstrijden voor wedstrijddansers kwalificeren als sport, terwijl dansonderwijs dat vooral artistiek-entertainend is, vaak 21% is. Een uitzondering: dansonderwijs aan personen jonger dan 21 jaar kan zijn vrijgesteld als onderwijs.

Beweegprogramma’s met een duidelijk sportief doel, bijvoorbeeld voor groepen met Parkinson, reuma of MS, kunnen onder 9% vallen als er daadwerkelijk sportbeoefening plaatsvindt. Sporten met dieren waarbij jij zelf actief sport beoefent, zoals paardensport of sledehondensport, kwalificeren. Begeleid je alleen het dier (bijvoorbeeld agility met de hond zonder eigen sportinspanning), dan val je niet onder actief sporten.

Aan de andere kant: lasershooting of paintball draait vooral om spel en entertainment en wordt meestal belast met 21%. Spierversterking op bewegingsbanken is 21%, omdat de apparatuur het werk doet en jouw inspanning verwaarloosbaar is. Hetzelfde geldt voor vacuüm- of hypoxiecabines gericht op gewichtsverlies: geen actief sporten, dus 21%. En enkel de verhuur van boten blijft 21% of vrijgesteld onder specifieke regels, los van of de huurder sportieve plannen heeft.

Gelegenheid geven om te sporten: voorwaarden voor 9%

Het verlaagde tarief geldt voor het ter beschikking stellen van een sportaccommodatie voor actieve sportbeoefening. Wij kijken dan naar het totale dienstenpakket: toegang tot de hal of baan, schoonmaak, onderhoud, veiligheid en vaak ook noodzakelijke attributen of kleedfaciliteiten. Dat is wezenlijk anders dan een kale, passieve verhuur.

In de beoordeling wegen onder meer mee: kunnen afnemers de accommodatie gebruiken om zelf te sporten of om onder hun leiding anderen te laten sporten? Verzorgt de exploitant onderhoud en schoonmaak (zelf of via derden)? Zijn de benodigde attributen beschikbaar, tenzij het gebruikelijk is dat sporters die zelf meenemen (zoals tennisrackets)? Lever je bijkomende diensten, zoals les of begeleiding, in combinatie met de accommodatie, dan kunnen die mee in de 9% samengestelde dienst. Geef je dezelfde les aan leden die al zelfstandig toegang tot de accommodatie hebben, dan is die losse les in beginsel 21%.

Outdoor en het 9% tarief: les uit recente rechtspraak

Lang gold: 9% bij sport in een accommodatie, met een exclusief gebruiksrecht van die accommodatie. Recente rechtspraak heeft dit aangescherpt voor outdoor. De Hoge Raad aanvaardde 9% voor ondernemers die vanuit een faciliteit op openbaar terrein sportlessen aanboden (bijvoorbeeld surflessen vanaf containers met kleedruimtes en douches of vanuit een strandpaviljoen). Ook als het strand zelf niet exclusief is afgebakend, kan 9% gelden wanneer de accommodatie noodzakelijk is voor instructie, voorbereiding en afronding, en het geheel ziet op actief sporten. In de praktijk opent dit de deur voor meer outdoorconcepten onder 9%, mits de dienstverlening echt draait om sportbeoefening en niet om louter vermaak.

Vrijstelling voor niet-winstbeogende sportorganisaties

Biedt een niet-winstbeogende sportorganisatie diensten die nauw samenhangen met sport aan haar leden of niet-leden, dan geldt vaak een vrijstelling. Let wel: vrijstelling betekent ook geen recht op aftrek van voorbelasting. Soms is een gerichte 9%-structuur voor een commerciële tak juist voordeliger vanwege aftrekmogelijkheden. Bij symbolische vergoedingen kan er bovendien geen belaste prestatie zijn. En bij misbruik van recht grijpt de fiscus in. Laat je scenario tijdig doorlichten.

Praktische casussen uit de praktijk

Yogastudio met gemengd aanbod

Groepeer je lessen naar doel en inhoud. Power/flow gericht op conditie: 9% bij gelegenheid tot sporten in of vanuit een accommodatie. Meditatie of zwangerschapsyoga: 21%. Bundel je deze in een all-in-abonnement, dan moet je de vergoeding toerekenen aan 9% en 21%. Houd je administratie hierop in.

Dansschool

Wedstrijddansers die sportmatig trainen kunnen onder 9% vallen bij gelegenheid tot sporten. Andere dansvormen met een artistiek doel zijn doorgaans 21%. Onderwijs aan jongeren onder 21 kan vrijgesteld zijn; check de onderwijsvoorwaarden en documenteer leeftijden en programma.

Personal trainers en small group

Gebruik je een studio met faciliteiten, kleedruimte en materialen en bied je een sportprogramma, dan past 9% op de samengestelde dienst. Geef je losse trainingen in de openbare ruimte zonder faciliteit, dan is 21% eerder aan de orde, tenzij je kunt leunen op de outdoorlijn met een daadwerkelijke uitvalsbasis-accommodatie.

Bootverhuur en watersport

Enkel de verhuur van boten blijft niet onder het sport-9%-regime. Verkies je een sportdienst, dan vraagt dat om meer dan een sleutel: instructie, voorbereiding en faciliteiten als onderdeel van een sportprogramma, niet louter verhuur.

Aangifte en administratie: voorkom valkuilen

Splits je omzet naar 9%, 21% en vrijgesteld. Lever je samengestelde sportdiensten, documenteer dan waarom dit één 9%-prestatie is en welke onderdelen bijkomend zijn. Gebruik je algemene kosten voor zowel vrijgestelde als belaste activiteiten, pas een pro-rata toe. Let er verder op dat btw-verlegd bij sportdiensten zelden speelt, en bewaak de scheidslijn tussen passieve verhuur en sportaccommodatie. Meer basisinformatie over tarieven en aangifte vind je bij btw-tarief en praktische aangiftetips bij btw-aangifte.

Beleid en actualiteit: blijft 9% voor sport?

Er is de afgelopen periode politiek gesproken over het afschaffen van het verlaagde tarief voor commerciële sportaanbieders. Na brede discussie is die voorgenomen verhoging weer van tafel gehaald en blijft sport toegankelijker met 9% voor het gelegenheid geven tot sportbeoefening. Houd wel rekening met mogelijke bijsturing in de toekomst. We volgen dit nauwgezet en werken updates bij op onze pagina over ontwikkelingen rondom verhogingen: btw-verhoging sport.

Checklist: hoor ik bij 9%?

Stel jezelf drie vragen. Eén: bied ik een accommodatie of uitvalsbasis met faciliteiten, en niet slechts passieve verhuur? Twee: draait mijn aanbod om actief sporten door mensen, met fysieke inspanning en vaak spel- of wedstrijdcomponenten? Drie: zijn les, begeleiding en attributen onderdeel van dezelfde sportdienst? Scoor je op deze punten, dan is 9% doorgaans verdedigbaar. Twijfelgevallen vragen om maatwerk en een goede dossiervorming.

De juiste btw-toepassing bij sport begint met twee sleutels: actief sporten door mensen en het daadwerkelijk geven van gelegenheid tot sportbeoefening via een accommodatie of uitvalsbasis. Met die bril zie je snel wanneer 9% klopt, wanneer 21% logisch is en wanneer een vrijstelling beter past. Leg je keuzes vast, splits je omzet netjes en houd beleid en rechtspraak in de gaten. Zo voorkom je verrassingen én blijft sport toegankelijk en betaalbaar voor je klanten.