Moet je voor zaken een nacht weg en vraag je je af welk btw-tarief geldt voor een hotelovernachting en wat je wel en niet mag aftrekken? In dit artikel leg ik stap voor stap uit hoe het btw-tarief voor logies werkt, wat er precies onder logies valt, wat er verandert per 1 januari 2026 en hoe je correcte zakelijke aftrek regelt. Je leest ook hoe je btw terugvraagt, hoe het zit met eten en drinken en wat je moet doen bij buitenlandse overnachtingen. Zo ga je met vertrouwen boeken en boekhouden.
Wat is logies en welk btw-tarief geldt
Hotelovernachtingen vallen onder het verstrekken van logies voor een korte periode. Daaronder vallen hotels en pensions, bed and breakfasts, vakantiehuisjes, stacaravans, short stay via platforms, seizoensverhuur van gemeubileerde kamers en bijvoorbeeld logies tijdens een zeiltocht met bemanning. Kamperen blijft een aparte categorie en behoudt het verlaagde tarief.
In 2025 geldt voor logies het verlaagde btw-tarief van 9 procent. De regering heeft besloten dit te wijzigen. Vanaf 1 januari 2026 geldt het algemene tarief van 21 procent voor logies. Dat hogere tarief geldt ook als er in 2025 al is betaald, maar het verblijf plaatsvindt in 2026 of later. De datum van de prestatie is leidend. Dit geldt ook voor vouchers voor enkelvoudig gebruik die bedoeld zijn voor logies in 2026 of later.
Voorzieningen die bij logies horen, zoals gas, elektriciteit, water, sanitair, was en douche en parkeren in combinatie met logies, volgen hetzelfde tarief als logies. Diensten die niet bij logies horen, zoals losse wifi tegen aparte vergoeding of het leveren van campinggas in flessen, vallen onder 21 procent. Wil je een overzicht van tarieven per categorie, bekijk dan ook de uitleg over btw-tarieven.
Hotelovernachting zakelijk: btw terugvragen en correcte factuur
Voor zakelijke overnachtingen mag je de btw op de logiescomponent terugvragen, mits je ondernemer bent voor de btw en de kosten zakelijk zijn. In 2025 gaat het om 9 procent btw op logies, vanaf 2026 om 21 procent. Let op dat eten en drinken niet onder de logiescomponent vallen. De btw daarop is in Nederland niet aftrekbaar als voorbelasting.
Uit de praktijk zie ik dat hotelfacturen vaak één totaalbedrag tonen. Vraag daarom om een uitsplitsing tussen logies en horeca. Zo voorkom je dat je te veel of te weinig btw terugvraagt en houd je je administratie netjes. Zorg dat de factuur voldoet aan de factuureisen met naam, adres, datum van verblijf, omschrijving van de prestatie, btw-bedrag en btw-nummer van het hotel. Het terugvragen verwerk je vervolgens in je reguliere aangifte omzetbelasting. Meer weten over indienen en rubrieken, zie btw-aangifte doen.
Aftrekbaarheid van kosten voor de inkomstenbelasting
Voor de inkomstenbelasting maakt de Belastingdienst onderscheid tussen volledig en beperkt aftrekbare kosten. Een zakelijke hotelovernachting kan volledig aftrekbaar zijn wanneer deze noodzakelijk is voor je werk, bijvoorbeeld een klantbezoek of een opdracht ver weg. Eten en drinken blijven beperkt aftrekbaar.
Beperkt aftrekbare kosten zijn onder meer catering, representatie, congressen, seminars en studiereizen, inclusief de bijbehorende reis en verblijf. In 2025 geldt een drempelbedrag van 5.700 euro. Je mag óf alleen het deel boven die drempel aftrekken óf kiezen voor een forfaitaire aftrek van 80 procent. Voor ondernemers die vennootschapsbelasting betalen geldt een aangepast percentage van 73,5 procent. Voor reis en verblijf bij congressen, seminars en studiereizen geldt een maximum van 1.500 euro, tenzij de reis noodzakelijk was voor het werk.
Praktisch betekent dit dat je in je boekhouding onderscheid maakt tussen logies, horeca en bijvoorbeeld congreskosten. Hiermee voorkom je gemengde posten die de aftrek bemoeilijken en maak je het jezelf bij de aangifte eenvoudiger.
Hotelovernachting in het buitenland
Voor de zakelijke kwalificatie maakt de Belastingdienst geen onderscheid tussen binnenland en buitenland. De aftrekregels voor de inkomstenbelasting zijn dus gelijk. Voor btw geldt dat je buitenlandse btw niet in je Nederlandse reguliere aangifte terugvraagt. Voor EU landen kun je via de Nederlandse Belastingdienst een teruggaafverzoek indienen, vaak met een drempel van ongeveer 50 euro. Bewaar altijd de originele facturen en controleer of de buitenlandse factuur voldoet aan de lokale eisen. Lees verder over procedures bij buitenlandse btw terugvragen.
Wat verandert per 2026 en hoe bereid je je voor
De verhoging naar 21 procent per 1 januari 2026 raakt zowel aanbieders als zakelijke gasten. Voor aanbieders betekent dit tijdig tarieven en boekingssystemen aanpassen, factuurtemplates updaten en duidelijke communicatie naar gasten. Houd ook rekening met vooruitbetalingen in 2025 voor verblijven in 2026 waarvoor 21 procent geldt op basis van de verblijfsdatum. Voor vouchers voor enkelvoudig gebruik die betrekking hebben op 2026 geldt eveneens 21 procent.
Zakelijke gasten doen er goed aan budgetten en offertes te herzien, vooral bij meerdaagse trajecten in 2026. Controleer de datum van verblijf op de factuur en de toegepaste btw. Vergeet niet dat kamperen 9 procent blijft en dus niet onder de verhoging valt. Diensten die niet bij logies horen, zoals losse wifi, blijven 21 procent en daar verandert niets aan. Voor achtergrond bij de algemene maatregel kun je ook een update lezen over btw-verhogingen.
Veelgemaakte fouten die ik in de praktijk zie
De meest voorkomende fout is het terugvragen van btw over ontbijt of minibar terwijl die niet aftrekbaar is als voorbelasting. Verder gaat het vaak mis bij een all in hotelpakket zonder specificatie. Vraag dan om een herfactuur met aparte regels. Tot slot wordt de boekingsdatum soms verward met de verblijfsdatum. Voor het tarief in 2026 is de verblijfsdatum bepalend.
Conclusie
Voor Btw hotelovernachting geldt in 2025 nog 9 procent op logies en vanaf 2026 21 procent. Kamperen blijft 9 procent. Vraag btw alleen terug over de logiescomponent en splits horeca en representatie, want die zijn fiscaal beperkt. Let bij boekingen rond jaarwisseling op de verblijfsdatum en zorg voor een duidelijke factuur. Met een goede specificatie en heldere administratie voorkom je correcties achteraf.
Welk btw-tarief geldt voor Btw hotelovernachting in 2025 en 2026
In 2025 valt logies onder het verlaagde tarief van 9 procent. Per 1 januari 2026 wordt Btw hotelovernachting belast tegen 21 procent. De datum van de prestatie is leidend. Vindt het verblijf plaats in 2026, dan geldt 21 procent, ook als er al in 2025 is betaald. Kamperen blijft 9 procent.
Geldt de verhoging ook voor vooruitbetaalde boekingen bij Btw hotelovernachting
Ja. Bij Btw hotelovernachting is de verblijfsdatum bepalend. Betaal je in 2025 voor een verblijf dat in 2026 plaatsvindt, dan geldt 21 procent. Dit voorkomt dat de oude 9 procent via vooruitbetaling wordt vastgeklikt. Voor vouchers voor enkelvoudig gebruik die betrekking hebben op 2026 geldt eveneens 21 procent.
Wat valt onder logies bij Btw hotelovernachting en wat niet
Onder logies vallen onder meer hotels, pensions, B en B’s, vakantiehuisjes, stacaravans en short stay via platforms. Voorzieningen die bij logies horen, zoals gas, water, elektra, sanitair en parkeren in combinatie met logies, volgen hetzelfde tarief. Diensten die niet bij logies horen, zoals losse wifi tegen aparte vergoeding of flessen campinggas, vallen onder 21 procent.
Mag ik de btw op een Btw hotelovernachting terugvragen
Als ondernemer mag je de btw op de logiescomponent terugvragen, mits de overnachting zakelijk is en de factuur aan de eisen voldoet. Btw op eten en drinken in het hotel is in Nederland niet aftrekbaar als voorbelasting. Vraag om een gespecificeerde factuur en verwerk de teruggaaf in je reguliere btw-aangifte, met de juiste periode en rubriek.
Hoe zit het met de aftrekbaarheid van hotelkosten bij Btw hotelovernachting
Voor de inkomstenbelasting zijn zakelijke hotelovernachtingen vaak volledig aftrekbaar, behalve bij congressen, seminars, studiereizen, eten, drinken en representatie. Die posten zijn beperkt aftrekbaar via het drempelbedrag van 5.700 euro of een forfait van 80 procent in 2025. Voor reis en verblijf bij congressen geldt een maximum van 1.500 euro, tenzij de reis noodzakelijk was voor het werk.
